foto: Lilian Danklof
De titel van dit blog gaat niet zozeer over mijn visie, maar wél waar het in het onderwijs aan ontbreekt; het is een gouden kans die nog te veel en te vaak blijft liggen: de ontwikkeling van een kritische werkhouding bij kinderen én leerkrachten.
Afgelopen schooljaar heb ik met mijn groep 6 intensief de focus gelegd op het ontwikkelen van een kritische werkhouding. Sommige kinderen vragen niet meer “Is dit goed (genoeg)? Inmiddels gaat een aantal kinderen in groep 7 starten met een kritische werkhouding waarin zij zichzelf de vraag stellen: “Kan ik iets verbeteren?”
Hoe doe je dat?
Ik heb er geen methode voor. De kracht zit vooral in jezelf en de energie die jij er in stopt. Zorg dat jij je kinderen motiveert door hen ruimte en gekaderde vrijheid te geven in hun eigen ontwikkeling. In dit leerproces is het voor jou als leerkracht ook van belang dat jij meegaat in die ontwikkeling. Want als jij niet mee verandert, zal een leerling dat ook niet doen.
Van ‘Is dit goed/genoeg?’ naar ‘Kan ik iets verbeteren?’
Het is goed je eerst te realiseren dat best wel wat kinderen vrijwel niet of misschien wel nooit hebben geleerd om autonoom te zijn of te worden in eigen ‘léérkracht’; met andere woorden: ‘eigenaar zijn van je leerproces’. Anderen zouden het wel kunnen, maar zijn daar niet in gestimuleerd en vinden het vaak wel best zoals het gaat, omdat anderen dat net zo ervaren. Ze zijn volgzaam en denken niet zelf na.
Hoe dat komt? De oorzaak moet misschien gezocht worden bij de ouders van de leerlingen; zo niet zelfs nog een generatie verder. Ik durf hierin zelfs te stellen dat de achterover leunende leerling symbool staat voor de generatie die is opgegroeid in een tijd waarin het in Nederland voor de wind ging en vanzelfsprekendheid meer regel was dan uitzondering.
Vergeet niet dat diezelfde generatie ook de leerkrachten van nu zijn! Leerkrachten en kinderen zijn meer uitvoerders dan dat ze uit eigen wil willen leren (verbeteren), omdat het ‘af hebben’ van je werk jarenlang centraal stond/staat en op veel scholen meer regel is dan uitzondering.
‘Kinderen zijn lui of stout’
Hoe vaak hoor je dat kinderen ‘lui zijn’ of ‘stout’. Het signaleren en het benoemen ervan zijn twee verschillende dingen die vaak hand in hand gaan met als gevolg dat het met straffen afgeleerd zou moeten worden. Mijn haren schieten overeind als er vervolgens niets gebeurt.
Natuurlijk, negatief gedrag hoef je niet goed te keuren, maar het gaat erom wat je als leerkracht daarna doet. Durf je de diepte in te kijken en durf jij jezelf aan te kijken als het gaat om jouw leerkrachtgedrag in zo’n situatie? Of hou je het voor het gemak bij de oppervlakte, omdat het in je omgeving een gemeen ‘goed’ is geworden?
‘De achterover leunende leerkracht’
Ik was er ook één; een achterover leunende leerkracht. Ik durf zelfs te stellen dat mijn leidinggevende er toen mede verantwoordelijk voor was. Een leidinggevende is dé bepalende factor als het gaat om werksfeer en werkhouding bij leerkrachten. Daarmee schuif ik mijn eigen verantwoordelijkheid zeker niet opzij, omdat hier juist ook de spiegel tot jezelf staat. Jij als leidinggevende bent verantwoordelijk voor de motivatie in relatie tot de werkhouding van jouw team; ik als leerkracht voor mijn klas.
Toen ik een achterover leunende leerkracht was, frustreerde het mij enorm dat ik veel moest doen, omdat het moest. Vrijwel alles werd van bovenaf bepaald met nauwelijks tot vrijwel geen enkele eigen inbreng. Elke vernieuwing zag ik ook als extra. Vanuit mijn leidinggevende was er nauwelijks erkenning. Alles kon altijd beter. Binnen het onderwijs was voor mij niets meer leuk dan alleen de kinderen zelf. Jouw bevindingen uit de praktijk werden niet gehoord en als het dat wel werd, gebeurde er nagenoeg niets mee omdat er geen geld was en moest je vooral je eigen leerkrachthandelen er op herzien.
Als je dan in een team werkt dat dezelfde frustratie voelt en het niet bij de juiste persoon deelt uit angst om er alleen voor te staan, houd je dit negatieve werkklimaat mede in stand. Zonder al te veel in te gaan op dit fenomeen, dat spijtig genoeg op veel scholen nog steeds overheerst, ligt de sleutel en de verantwoordelijkheid uiteindelijk bij jezelf. Mijn leidinggevende die mijn autonomie nooit erkende legde de verantwoordelijkheid bij mij. Onbewust was er toch wel sprake van opgedragen autonomie, dat uiteindelijk geen autonomie is.
‘Ben ik een achterover leunende leerkracht?’
‘Ben ik een achterover leunende leerkracht?’ is de enige vraag die jij jezelf moet stellen als je niet meer gelukkig bent in je werk. Een andere onvermijdelijke vraag dien jij jezelf dan óók te stellen: ‘Wil je er in blijven hangen of durf jij (de situatie) te veranderen?’
‘Ja’ is het enige juiste antwoord als je ook voelt dat je dat wil. De daadwerkelijke stap is een gedurfde, omdat jij je vanaf dit punt kwetsbaar opstelt. Helaas overheerst het onbekende en de angst bij veel leerkrachten met als gevolg dat de wil er is, maar het daadwerkelijk ‘doen’ een gevreesde drempel is, omdat juist de beoordelende en veelal veroordelende cultuur in onderwijsland nog steeds overheerst.
Ik zeg niet dat het overal zo is, maar in de jaren waar ik gewerkt heb is de motivatie op veel scholen en besturen ver te zoeken. Voor mij was het een reden om eruit te stappen, totdat ik weer ging vervangen en mijn huidige werkgever Xpect Primair tegenkwam.
Durf te veranderen!
Gelukkig is het voor mij nu anders. Ik heb mondjesmaat ontdekt dat een kwetsbare opstelling je verder helpt als de omgeving waarin je werkt dat ook accepteert. Juist daardoor weet je zelf samen met je collega’s waar je naartoe wil werken met kinderen. Je klas komt pas in beweging als jij de eerste stap zet en durft door te lopen. Dat je daarbij sterk afhankelijk bent van een organisatie met dezelfde visie op ontwikkeling staat als een paal boven water.
Wil jij je kwetsbaar opstellen, maar heb je het gevoel dat je daar op afgerekend wordt? Vraag je dan af of jouw werkgever geschikt is en of jij je wel tussen geschikte collega’s begeeft.
Van leerkracht tot kind
Al schrijvende kom ik erachter dat dit intussen een lang blog wordt. In minder woorden lukt het me niet om tot de kern te komen. In de praktijk is dat net zo. Het heeft tijd nodig om zich te realiseren hoe de situatie daadwerkelijk is. Om vervolgens tot de gedurfde stap te komen, heb je ook veel tijd nodig. Je moet jezelf leren vertrouwen dat jij het kan.
De erkende autonomie van het kind is zoek
Terug naar het kind. Erkenning van autonomie is de eerste stap. Dat geldt voor de organisatie waarvoor jij werkt, maar ook de directeur en jijzelf als leerkracht met als laatste in de rij de kinderen. Laatst genoemden zijn daarin het belangrijkst en die kunnen flink last hebben van een niet-autonome keten (of delen ervan) in de organisatie. Kinderen zijn sterk afhankelijk van degene die ‘boven’ hen staat. Verderop in de organisatiestructuur op volwassen niveau is dat niet anders.
Sommige kinderen zijn van nature autonoom, anderen zijn dat helemaal niet. Voor de zomervakantie werd me opnieuw duidelijk dat we op school nog flink wat stappen hebben te zetten. Ik sprak twee weken geleden met de kinderen van mijn toekomstige klas (groep 5). Een van de kinderen gaf in het kindgesprek het volgende aan: “Ik wil zelf kunnen nadenken en proberen een oplossing te bedenken.”
“Ik wil zelf kunnen nadenken en proberen een oplossing te bedenken.”
Deze uitspraak is goud! En als je goud vindt, ben je in dit geval nog niet rijk. Je wordt pas rijk als je er het juiste mee doet. De waarheid in deze uitspraak is tegelijk ook een trieste. Het kind vraagt naar meer autonomie wat feitelijk de waarheid zegt: ‘Ik ben niet op een goede manier erkend in mijn autonomie.”
Autonomie geven aan kinderen is best lastig. Als leerkracht heb je graag grip op een groep en de controle over je onderwijs. Vooral bij groepen die door leerkrachten als moeilijk worden ervaren is het lastig om dat op de juiste manier te doen. Echter is mijn ervaring dat autonomie erkennen bij kinderen die daar om ‘vragen’, de sfeer helpt te verbeteren. Als je gecontroleerd de regie uit handen kunt geven, kan dat juist de relatie tussen jou en de kinderen helpen verbeteren. Zeker als je het proces wat je met ze doormaakt, zonder te (ver)oordelen, met ze bespreekt.
Wat is dan die autonomie die kinderen nodig hebben?
Ik ben ervan overtuigd dat iedere leerkracht al iets doet met autonomie. De één wat meer dan de ander. Zélfs de controlfreak onder je collega’s doet dat. Al is het met iets kleins als de veegbeurt of het uitdelen van boeken en schriften. Helaas is die mate van autonomie niet echt toereikend om een kind te laten excelleren.
Ieder kind wil namelijk uniek zijn of iets bijzonders kunnen/mogen doen. Een kind vraagt om bevestiging en draagt iets met trots uit, zodra er ruimte is voor vertrouwen en verantwoordelijkheid. Feit is namelijk dat een kind behoefte heeft aan iemand te zijn en graag gezien wordt in waar het goed in is. Bij de één is dat in rekenen, bij de ander in het schoonmaken van de fruitbak. Kinderen willen organiseren en verantwoordelijkheid nemen.
En als er gedragsproblemen zijn?
Gedragsproblemen en emotionele reacties die soms heel extreem kunnen zijn ontstaan uit; enerzijds de verwachting dat onze kinderen goed moeten presteren; en anderzijds dat ze dat niet kunnen, omdat ze niet is geleerd hoe ze met teleurstellingen om moeten gaan. Verantwoordelijkheid nemen en vooral ook toebedeeld krijgen is daarin onmisbaar wil je dat toch bereiken. Ook je niet begrepen voelen is een overduidelijke. De kunst is om anders naar kinderen te kijken en na te gaan waar het kind met gedragsproblemen nu eigenlijk om vraagt.
In de huidige maatschappij moet alles maar meteen kunnen of lukken zoals we dat zelf bedacht hebben. Als het dan even anders loopt weten we niet hoe we ermee om moeten gaan. Negatieve gedachten overheersen en het rationele denkproces schakelt uit. In de volwassen wereld werkt dat bij veel mensen op dezelfde manier. We zijn het normaal gaan vinden dat fouten niet gemaakt mogen worden, omdat dit niet efficiënt is, geld kost en bovenal niet aan de verwachtingen voldoet. Toch is het misschien de duurst gemaakte fout ever en hebben we wellicht te maken met de minst efficiënte manier van leren, omdat we onze verkeerde verwachtingen scheppen en in stand houden.
Door de maatschappelijke druk groeit de kloof tussen de verwachtingen die we stellen en de niet-aangeleerde vaardigheden (nog steeds). Kinderen worden thuis steeds minder gestimuleerd om ergens verantwoordelijk voor te zijn (uitzonderingen daargelaten natuurlijk). En als het thuis niet meer hoeft; waarom dan ook niet op school? Intussen verwachten we wel allerlei prestaties.
Hoe stimuleer je léérkracht bij kinderen?
Deze vraag beantwoord ik niet door te vertellen met hoe het moet, maar hoe het kan. Ik heb door de jaren heen ontdekt dat ‘de bal terugkaatsen’ werkt. Daarmee bedoel ik simpelweg dat ik geen antwoord meer geef op vragen van kinderen. Ik stel hen namelijk ook een vraag.
Voorbeeld: Een leerling komt naar mij en vraagt: ‘Hoe schrijf je bureau?’ Ik beantwoord die vraag door de vraag terug te stellen: ‘Hoe kun je erachter komen zonder dat aan iemand te vragen?’
“Het enige goede antwoord op een vraag van een kind is het stellen van de juiste vraag!”
Natuurlijk gaat het uiteindelijk veel verder dan dit, maar het is een begin. Ik heb geleerd steeds vaker de juiste vraag te stellen. Ik ben ervan overtuigd dat het enige goede antwoord op een vraag van een kind het stellen van de juiste vraag is die stimuleert om zelf oplossingsgericht te handelen.
Je wil uiteindelijk bereiken dat kinderen zelf op onderzoek gaan, leren van elkaar te leren en dat kritiek ontvangen iets positiefs is als je ze ook leert om op de juiste manier te communiceren. Deze léérhouding stimuleert ook de acceptatie dat er verschillen zijn. De erkenning van talenten, maar ook de erkenning dat een ander iets moeilijk mag vinden. Als je aanvullend hierop ook leerprocessen van de kinderen laat zijn, is de cirkel rond.
Zo simpel als het er staat, heb je dat niet in no-time voor elkaar. Zelf ben ik hier ook nog een rookie in, maar tijdens de eerste experimentele radiolessen heb ik geprobeerd dat bewust intensief toe te passen. Kinderen stelden zelf criteria op bij het voorlezen van het nieuws.
Vervolgens ontstaat er een prachtig proces waarbij kinderen van elkaar leren door samen te analyseren en feedback te geven. Nieuwsberichten werden opgenomen en naderhand geanalyseerd en vervolgens herhaalden we dat.
Bovenstaand filmpje staat op YouTube. Dat behoeft geen toelichting, omdat je dit al wel door had. Toch benoem ik het bewust, omdat ik wil benadrukken dat YouTube rijk is aan content. YouTube is tegelijkertijd een goed voorbeeld van een probleem dat op elke school speelt. Het is een rijke bron aan (instructie)video’s, maar het doel dat ermee gediend zou moeten worden, wordt niet altijd bereikt: Zelf doen, ontdekken, proberen en experimenteren.
YouTube laat veel zien, maar zet niet aan tot actie. In een enkele instructievideo word je gestimuleerd het zelf te gaan doen, maar dan nog ontbreekt het aan de begeleiding in het leerproces. Een goed voorbeeld is onderstaand filmpje. Een kind leert met dit filmpje misschien wel rekenen, maar stimuleer je daarmee ook het inzichtelijk rekenen? Als je analyseert waarom je bepaalde handelingen doet en nagaat waarom, ben je volgens mij bezig met het leerproces.
Daar ligt voor ons leerkrachten de kracht in ons onderwijs. In mijn lessen analyseer ik dergelijke filmpjes met kinderen grondig, zodat ze ook begrijpen waarom ze bepaalde handelingen moeten doen. Ik ben er van overtuigd dat als je een kind leert te analyseren, je een constructieve bijdrage levert aan de ontwikkeling van een leerproces met een kritische kijk op jezelf met als doel: Beter worden in wat je doet.
Hoe motiveer je kinderen tot eigen léérkracht?
Dit is de key question. Het antwoord is lang niet zo eenvoudig als de praktijk, omdat je het zelf ook moet willen. Jezelf ontwikkelen en kritisch kijken naar jezelf en durven veranderen. Zelf meer analyseren en nagaan waarom bepaalde zaken lukken en welke niet, want ook hier geldt: Fouten maken mag én moet, want zó stuur jij jezelf in de juiste richting!
Heb je een tikfout ontdekt? Laat het me alsjeblieft weten op tjeerd.vandenelsen@xpectprimair.nl.